Welkom in het Buitenmuseum van Haarlemmermeer
Waar staat de verhalenpaal?
- Locatie: Landgoed de Olmenhorst, Lisserweg 481, Lisserbroek.
- Coördinaten: 52.253.173.384 / 4.588.466.753
- Fietsroute: fietsroute Land
- Fietsknooppunt: 01
- De Fruitloods is dagelijks geopend van 10 tot 17 uur. Informatie via 0252-413165 en www.olmenhorst.nl
Heeft u een verhaal bij deze paal? Stuur het naar naar schakelsaandeketting@shmdc.nl.
Binnenmuseum
Naast de 20 Verhalenpalen die verpreid staan door de hele polder, kunt u ook een bezoek brengen aan het Cruquius Museum in Cruquius en het Historisch Museum Haarlemmermeer in Hoofddorp. Kijk op www.haarlemmermeermuseum.nl en op www.komkijkenmetkortingbijCruquius.nl.
De Olmenhorst
De Olmenhorst is een van de weinige boerderijen die sinds de droogmaking nog steeds in familiebezit zijn. In 1854 werd de grond verworven door Stephanus de Clercq (1826-1886), nazaat van een Amsterdams koopmansgeslacht. Hij bouwde er boerderij de Betsy Hoeve. Nadat deze boerderij door een brand was verwoest, liet zoon Willem de Clercq (1851-1912) in 1894 een nieuwe boerderij bouwen in een bosstrook met olmen (iepen).
Willems zoon Stephen Willem (Willy) de Clercq (1878-1938) had in Wageningen fruitteeltkunde gestudeerd. Als één van de eersten van de familie besloot hij zich op het landgoed te vestigen. Daartoe liet hij in 1906 door de bekende architect J.W. Hanrath een volledig uit hout opgetrokken villa bouwen. Er werd tevens een moestuin aangelegd met een tuinmuur en een theeprieel. Onder Willy kreeg de fruitteelt een belangrijke plaats in de bedrijfsvoering. Hij legde nieuwe boomgaarden aan met tientallen appel-, peren-, pruimen- en bessenrassen.
Willy’s bereisde, erudiete en maatschappelijk betrokken zoon Govert (1909-1989) had een belangrijke rol in het verzet toen de Olmenhorst het hoofdkwartier van de regionale Binnenlandse Strijdkrachten was.
Vanwege gebrek aan kwaliteitsfruit na de oorlog ontwikkelde Govert een uniek verkoop- en distributiesysteem. Hij bezorgde door heel Nederland.
In 1986 nam Florian de Clercq (1960) het bedrijf over. Hij stopte met akkerbouw en zette de fruitteelt voort. Inmiddels herbergt De Olmenhorst ook een landgoedwinkel, diverse vormen van horeca, andere winkels, meerdere ateliers en bedrijven. Er zijn regelmatig evenementen en het in 1998 gebouwde ‘Boshuis’ is een favoriete feest- en vergaderlocatie. De actie ‘Adopteer een appelboom’ maakte De Olmenhorst nationaal bekend.
S. de Clercq (1826-1886)
In september 1854 werd Stephanus de Clercq, telg van een Amsterdams koopmansgeslacht, eigenaar van de kavels Q13 t/m 15 en Q25 t/m 30. Op de zevende veiling van de Haarlemmermeergronden kocht hij deze kavels. Dit grote areaal van 180 ha was niet alleen voor hemzelf, maar ook voor M.P.Th. Prévinaire en J.W. Wilson, twee Haarlemse textielfabrikanten. De aankoop was voor deze industriëlen meer dan een belegging. Naast gangbare producten zoal aardappelen en tarwe werd hier namelijk ook meekrap geteeld, waaruit rode kleurstof werd gewonnen dat gebruikt werd om hun katoen mee te
bedrukken. Het driemanschap heeft echter niet lang bestaan. In 1864 trok Wilson zich terug, twee jaar later Prévinaire, waarna Stephanus de kavels Q13 t/m 15 (60 ha) voor zich zelf behield. Hij was een vooruitstrevend landbouwer. In 1872 was Stephanus eigenaar van één van de vier stoomdorsmachines die in Haarlemmermeer in bedrijf waren (landelijk waren er slechts twaalf). Stephanus de Clercq was actief als voorzitter van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw en lid van de Vereniging ter Bevordering der paardenteelt. Ook was hij één van de oprichters van het Nederlands Rundvee Stamboek. Daarnaast bekleedde hij een aantal bestuurlijke functies. Behalve hoofdingeland (1856-1858) en heemraad (1858-1864) van de Haarlemmermeerpolder was De Clercq achtereenvolgens hoofdingeland, heemraad en, van 1871 tot zijn overlijden, dijkgraaf van Rijnland. Voorts was hij onder meer directeur van de Amsterdamse Kanaalmaatschappij (de commerciële onderneming die het Noordzeekanaal heeft gegraven).
